Een man ligt op zijn sterfbed en zijn vrouw staat naast hem om hem bij te staan tijdens zijn laatste uren.
"Schat", zegt de man, "Ik moet je iets bekennen. In de hoek van de kamer, onder het kleed, is een luikje."
De vrouw verschuift het kleed en opent het luikje en ziet daar een kistje.
In het kistje zitten 7 eieren en een stapel met geld.
De man zegt: "Voor iedere keer dat ik vreemd ben geweest, heb ik een eitje in het kistje gelegd."
Waarop de vrouw zegt: "Ach... 32 jaar getrouwd en slechts 7 keer vreemd geweest... ik vergeef je..."
"Maar," zegt ze "waar is al dat geld van?"
Waarop de man zegt: "Ach..., Ik verkocht nog wel eens een eitje."
"Schat", zegt de man, "Ik moet je iets bekennen. In de hoek van de kamer, onder het kleed, is een luikje."
De vrouw verschuift het kleed en opent het luikje en ziet daar een kistje.
In het kistje zitten 7 eieren en een stapel met geld.
De man zegt: "Voor iedere keer dat ik vreemd ben geweest, heb ik een eitje in het kistje gelegd."
Waarop de vrouw zegt: "Ach... 32 jaar getrouwd en slechts 7 keer vreemd geweest... ik vergeef je..."
"Maar," zegt ze "waar is al dat geld van?"
Waarop de man zegt: "Ach..., Ik verkocht nog wel eens een eitje."