Moppenleverancier.nl

Juffrouw Els geeft een lesje geschiedenis.

"Stefan, wanneer was de slag bij Nieuwpoort?"

"In 1600 juf."

"Heel goed Stefan."

De juf draait zich om en schrijft op het bord: "Columbus - Amerika." Het krijtje breekt echter en ze bukt zich om het op te rapen. Ondeugende Peter aanschouwt haar achterwerk:

"Ooooh.. daar kun je mooi een sigaar in steken!"

"Wie zei dat?!" roept juffrouw Els verontwaardigd.

"Clinton, 1998."

Een man gaat met de nachttrein naar de wintersport. In de slaap coupe komt hij tot de ontdekking dat hij de ruimte moet delen met een vrouw. Ze stellen zich aan elkaar voor. De vrouw gaat boven slapen, de man onder. Ze gaan in bed liggen, maar na een kwartier roept de vrouw:

"Buurman, slaapt u al?"

"Nee", zegt de man.

"Ik heb het nogal koud", zegt de vrouw, "wilt u misschien het raampje dicht doen?"

"Natuurlijk", zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje dicht en gaat weer liggen.

Na een kwartier roept de vrouw:

Een meisje gaat na school buiten spelen en vraagt aan haar moeder of ze de handstand mag doen.
Haar moeder zegt: "Nee, anders zien de jongens je onderbroek, want je hebt een jurk aan."
Zegt het meisje koppig: "Ik doe het lekker toch."

Jantje van zes jaar komt thuis van school en zegt:

"Mama, de juffrouw heeft gezegd dat degenen die weten waar de kindjes vandaan komen volgende week de hele week thuis mogen blijven."

In de eerste graad, les godsdienst, vroeg de juf:
"welk deel van het lichaam gaat het eerst naar de hemel?"
Mieke stak haar handje op en zei:
"Ik denk onze handen."
"Waarom denk je dat het de handen zijn, Mieke?"
Mieke antwoordde:
"Omdat, wanneer je bidt, je de handen voor u vouwt in gebed, daarom moet God je handen eerst nemen."
"Wat een mooi antwoord", zei de juf.
 
Jantje stak zijn hand op en zei "Juf, ik denk dat het de voeten zijn."

Twee vrouwen zaten in de wachtkamer van een dokter. Ze praatte over waarom ze daar zaten.

"Ik wil dolgraag een kind hebben," zegt de eerste, "maar ik denk dat het onmogelijk is."

"Ik voelde me vroeger ook zo," zei de tweede, "maar op een dag veranderde alles. Daarom ben ik hier. Ik krijg over drie maanden een kind."

Een accountant gaat dood en komt aan de hemelpoort.
"Er moet een vergissing zijn", zegt hij, "ik ben pas 55, ik hoor nog niet dood te zijn."
"55?" zegt Petrus, "volgens onze berekeningen bent u 83, meneer."
"Hoe kan dat nu?" vraagt de advocaat.
Zegt Petrus: "We hebben gewoon uw gedeclareerde uren opgeteld."