Moppen
Naar de uroloog
Snel denken
Een al wat oudere man heeft een afspraak met een uroloog die zijn praktijk deelt met een aantal andere dokters. De wachtkamer zit vol met patiënten. De man gaat naar de receptioniste welke een grote imposante vrouw is die er uit ziet als een worstelaar. Hij geeft haar zijn naam en met een luide stem zegt de receptioniste:
"Ja, ik zie uw naam hier. U wilt de dokter spreken in verband met impotentie is het niet?"
Overspannen...
Vertel eens wat er scheelt," vraagt de psychiater aan de overspannen man.
"Het is allemaal gekomen door mijn huwelijk. Ik trouwde met een weduwe die een volwassen dochter had. Zij werd mijn stiefdochter.
Mijn vader kwam op bezoek, werd verliefd op mijn stiefdochter en trouwde met haar.
Zo werd mijn stiefdochter mijn stiefmoeder.
Mijn vrouw kreeg een zoon.
Die werd automatisch de schoonbroer van mijn vader, want hij is de halfbroer van mijn stiefdochter, die met mijn vader is getrouwd.
Aangezien mijn zoon de broer is van mijn stiefmoeder, is hij ook mijn oom.
De vrouw van mijn vader kreeg ook een zoon. Dat is dus mijn broer, want hij is de zoon van mijn vader. Maar hij is ook mijn kleinkind, want hij is de zoon van mijn stiefdochter.
Mijn vrouw is mijn grootmoeder, omdat ze mijn stiefmoeders moeder is, waardoor ik de kleinzoon van mijn eigen vrouw ben.
Aangezien ik getrouwd ben met mijn grootmoeder, ben ik niet alleen de echtgenoot en kleinzoon van mijn vrouw, maar ben ik ook mijn eigen grootvader...
...Daarom ben ik een beetje overspannen."
Een jonge vader achter de kinderwagen
Een jonge vader duwt in het Vondelpark een kinderwagen voor zich uit, waarin een baby onafgebroken ligt te brullen.
"Rustig Koos, houd je rustig!" hoort men de vader steeds zeggen.
Een oudere dame komt bij de kinderwagen staan, kijkt meelevend naar binnen en spreekt de baby op lieve toon toe: "Wat is er dan met kleine Koos, waarom moet-je-zo huilen?"
Waarop de vader narrig zegt: "Hij heet geen Koos, IK ben Koos!"
Te dronken
Een man in een café gaat even naar de WC. Bij de pisbakken gaat hij naast een dronken kerel staan.
De dronken man zegt:
"Meneer, kunt u mij zeggen: heb ik iets in mijn linkerhand?"
De man kijkt en zegt:
"Nee."
"Heb ik dan iets in mijn rechterhand?"
"Ook niet, hoezo?"
Zegt de dronken man:
"Verdomme, dan sta ik in mijn broek te pissen."
Meneer, u rijd veel te hard.
Een man en een vrouw zitten in een auto. De man rijd veel te hard. Op een gegeven moment komen passeren ze een politie man, die laat ze stoppen en aan de kant van de weg zet.
“Meneer, u rijd veel te hard.”
Man: ach, dat was alleen vandaag, ik had ff haast.
Vrouw: “Ach, je weet toch dat je altijd te hard rijd, schat.”
Politie: En u heeft uw lichten ook niet aan!”
Man: “Jah, het is nog lang niet donker! Het is alleen een beetje schemerig!”
Vrouw: “Schat, licht of donker, jij hebt de lichten nooit aan!”
Politie: “en u hebt uw gordels ook al niet om!!”
Man: “Ja, maar u had me stil laten staan dus had ik de gordels al vast af gedaan!”
Vrouw: “Ach, schat, je hebt je gordels nooit om!”
Man: “HOU NOU JE BEK TOCH EENS, NU KRIJGEN WE ALLEMAAL BOETES!”
Politie: “Mevrouw, praat uw man altijd zo tegen u?”
“Nee hoor, alleen als hij dronken is!”
Op huwelijksreis in de achttiende eeuw
Het is eind achttiende eeuw en een boerenjongen is zojuist getrouwd met zijn Betsy. Ze gaan op huwelijksreis. De koffers zijn in de huifkar geladen en het paard is ingespannen. Vrolijk en blij gaan zij op weg.
Na een hele tijd te hebben gereden stopt het paard en loopt niet meer verder. De boerenknecht stapt van de bok en gaat vlak voor het paard staan, geeft hem een klap voor zijn hoofd en zegt: "Dat is de eerste keer". En hij stapt weer op de bok en het paard gaat weer lopen.Hoge telefoonrekening
Omdat de telefoonrekening de laatste tijd zo vreselijk hoog is roept vader het hele huishouden bij elkaar.
"Zo'n telefoonrekening, dat is te gek voor woorden. Wat voeren jullie uit?"sterk bergafwaart
De relatie met mijn man gaat sterk bergafwaarts:
Eerst was m'n hele hoofd er vol van.
Daarna lag hij me na aan het hart.
Daarna lag hij me zwaar op de maag.
Daarna vond ik er geen reet meer aan.
En nu is hij een blok aan m'n been.